Mos dakleien

Hoe een vezelcement leiendak te onderhouden?

Zoals elke dakbedekking is ook een leiendak onderhevig aan vervuiling en veroudering. Na verloop van tijd komt er op alle dakbedekkingen afzetting van stof en atmosferische vervuiling voor. Ook mos is moeilijk te vermijden en is niet eigen aan het type van dakbedekking, de mossen kunnen zich namelijk hechten op àlle soorten materialen.

Het zijn in feite niet de leien die groen worden. Het is het stof en vuil dat op de leien terechtkomt, dat een uitstekende groeibodem is voor mossen en algen.

De natuurgrijze leien zijn niet behandeld. Hun oppervlak is dus meer gevoelig voor pollutie. De gecoate leien zijn optimaal beschermd tegen vervuiling dank zij hun geringe porositeit en het moswerend middel in de coating, toch spelen externe factoren nog een grote rol bij het al dan niet groen worden van het dak.

OORZAAK VERVUILING

De intensiteit van de mosvorming is sterk afhankelijk van:

  1. de oriëntatie van het dakvlak: mossen ontwikkelen zich voornamelijk op de delen van het dak die weinig of niet aan de zon zijn blootgesteld, zoals op dakschilden die naar het noorden gericht zijn of die bestendig in de schaduw liggen ventilatie tussen onderdak en leien: een goede verluchting zorgt ervoor dat de dakbedekking minder lang vochtig blijft.
  2. Mossen en algen ontstaan op de zand- en stofdeeltjes, die zich het gemakkelijkst hechten op een nat oppervlak. Een goede ventilatie tussen het onderdak en de leien draagt dus in belangrijke mate bij tot de snelle uitdroging van de dakbedekking en vertraagt dus ook mosvorming de aanwezigheid van groenzones in de onmiddellijke omgeving: de nabijheid van bomen of groen heeft uiteraard ook een nadelige invloed
  3. "zure regen" vormt op het dak het zure milieu waarin de mossen en algen uitstekend gedijen

Het groen worden van de leien heeft geen invloed op de kwaliteit van de leien. Maar omwille van het uitzicht, de levensduur en de waterdichtheid van het dak voorzien de normen en voorschriften in een regelmatige onderhoudsbeurt.

Jaarlijkse interventies:

  • Ontmossen en, in het algemeen, verwijderen van begroeiing en allerlei afval dat de goede werking van de dakbedekking zou kunnen belemmeren
  • Onderhouden van de regenwaterafvoeren
  • Controle van de bevestigingen, voornamelijk ter hoogte van de dakrand
  • Vervangen en terugplaatsen van ontbrekende, gebroken of verschoven elementen
  • Opvoegen van de beschadigde groeven ter hoogte van de loodslabben en waterdicht maken van de gedeelten van de constructie die niet door de regenwaterafdichting beschermd zijn

Voor het uitvoeren van onderhoud kan een firma geraadpleegd worden die gespecialiseerd is in het reinigen van daken. Indien men zelf aan de slag wil gaan, bestaan er specifieke producten op de markt om het dak te reinigen.

WERKWIJZE

Mechanische reiniging

Het mos wordt verwijderd door het dak te borstelen met een stevige borstel. Gebruik geen metalen of al te ruwe borstel. Vermijdt het krassen van het oppervlak van de materialen, stofdeeltjes zetten zich namelijk sneller vast op een ruwe ondergrond, wat de mosgroei alleen maar bevordert. Tenslotte wordt het dak grondig afgespoeld. Vermijdt hierbij dat stof en mos in de regenwaterput terechtkomen.

Chemische reiniging

Wanneer het dak volledig droog is, wordt een goed mosbestrijdingsmiddel aangebracht dat voldoende diep indringt in het materiaal om alle kiemen van mossen en algen te doden.

Afhankelijk van het gebruikte product kan het nodig zijn om, na voldoende inwerking, de afgestorven mosresten van het dak te verwijderen door borstelen of afspoelen. De regenafvoerbuizen moeten tijdens de werken afgekoppeld worden om te vermijden dat deze resten en het toegepaste product in de regenwaterput terechtkomen.

Producten die de leien, de coating of de metalen delen van de dakbedekking aantasten (nagels, stormkrammen, haken, dakgoten, enz.) mogen uiteraard niet toegepast worden.

Het veiligheidsaspect tijdens de dak- en onderhoudswerken werd in deze technische gegevens niet behandeld. Hiervoor verwijzen wij naar de nationaal geldende veiligheidsvoorschriften.